Maar liefst tien voormoeders, de oudste uit ca. 1580, kon ik terugvinden. Vrouwen die allemaal uit de Brabantse Peel afkomstig zijn. Vanaf 28 januari zijn ze te zien in Kunstzaal Dommeldal in Mierlo. Het gaat om gewone boerenvrouwen, met namen die je veel in de regio terugziet zoals van der Vleuten, Coolen, van Vlerken en van Moorsel. Deze vrouwen zijn niet alleen mijn voormoeders, maar die van veel mensen uit de buurt. Daarom vind ik het dan ook belangrijk dat de portretten hier geëxposeerd worden.
Visie op de vrouwen - van onafhankelijk, ondernemend en lesbisch tot ontevreden en depressief
Ik heb de vrouwen opnieuw een gezicht en een verhaal gegeven. Dat deed ik niet alleen. Meerdere familieleden uit dezelfde lijn stonden model voor één van hun voormoeders. Ook hun visie op de vrouwen – van onafhankelijk, ondernemend en lesbisch tot ontevreden en depressief - werd meegenomen. Over sommige van deze vrouwen, omdat zij veelal arm en analfabeet waren, is vrijwel niets te vinden. Ik wilde van de namen op papier weer mensen maken, waar wij iets van onszelf in konden herkennen. Veel mensen hebben informatie over de mannelijke kant van hun familie, omdat zij zich met die achternamen het meest identificeren. Maar we stammen evenveel af van deze vrouwen. Hun verhalen zijn ook een onderdeel van onze identiteit.
De portretten zijn gemaakt van verschillende materialen, in verschillende afmetingen: van een fotografisch werk van 20 bij 30 centimeter tot installaties van meer dan 2 meter hoog. De gezichten zijn allemaal gebrandschilderd op glas, het medium waar ik een voorkeur voor heb. Bij een glazen portret lijkt het alsof je in de ziel kunt kijken. Wanneer er licht op het glas valt, geeft het een projectie op de achtergrond. Het veranderende licht verandert ook steeds de projectie. Het biedt steeds een ander perspectief op het portret. Die effecten vind ik heel interessant.
Hoeveel mensen zullen een naam herkennen?
Tijdens de tentoonstelling kunnen de bezoekers hun eigen licht op de portretten werpen en meer leren over het leven van deze voorouders. Als ze een naam herkennen, worden ze uitgenodigd om een kaartje op te hangen en zo bij te dragen aan het verhaal. Ik ben benieuwd hoeveel mensen een naam herkennen en of zij zich verbonden voelen met deze verhalen. Er is in de geschiedschrijving weinig opgeschreven over de levens en gevoelens van gewone vrouwen. Het leek onbelangrijk. Ik denk dat veel gevoelens, die we nu ervaren en worden gezien als modieus en nieuw, altijd bestaan hebben. Er wordt steeds meer bewijs daarvoor openbaar gemaakt uit bijvoorbeeld persoonlijke brieven en dagboeken van welgestelde en beroemde mensen. Ik ben juist benieuwd hoe gewone vrouwen tegen hun vaak zware en voorspelbare levens aankeken. De meesten van ons zijn tenslotte gewone mensen. Als wij hun worstelingen leren begrijpen, hebben we misschien ook meer begrip voor de onze.
In de exposities zijn ook enkele objecten uit Museum Vekemans en het Museum voor Brabantse Mutsen en Poffers (bij de tweede expositie) te zien. Deze gebruiksvoorwerpen uit Brabantse huizen, maken de verhalen nog meer tastbaar.
28 januari tot 6 april in Kunstzaal Dommeldal (in de bibliotheek van Mierlo)
De officiële opening is op zondag 28 januari 15.30 – 17.00
6 maart 20.00 geef ik een lezing in de bibliotheek over de zoektocht naar de voormoeders.
Comments