Om af te studeren aan de Master-Glass opleiding moet je laten zien wat je kunt door een aantal opdrachten. Eén daarvan is het reproduceren van een antiek gebrandschilderd portret uit een kerk. Ik ben altijd van plan om het mezelf niet te moeilijk te maken, maar uiteindelijk geef ik mezelf altijd een ongelofelijke uitdaging. Ik besloot om Judith van Dirck Crabeth na te gaan maken. Dit is een portret van één van de wereldberoemde Goudse Glazen uit de Sint Janskerk in Gouda.
Terwijl ik bezig ben met dit project, hou ik je op de hoogte in dit blog.
Het kiezen van het glas-in-loodraam om te kopiëren, of te reproduceren (dat klinkt chiquer)
Bij voorkeur moet het portret niet ouder zijn dan uit de late Gothiek of vroege Renaissance. Dit heeft ermee te doen dat de kunst van het glas-in-lood maken tussen grofweg de late 17e en de vroege 19e eeuw een flinke dip meemaakte. Je kunt een portret kiezen uit een land of kerk van je voorkeur, maar het liefst uit Duitsland, Frankrijk, Nederland of Engeland. Sommige mensen kiezen een plaatje uit een boek van een kerk of cathedraal ver weg, en hebben dan alleen maar dat kleine plaatje als een referentie. Vervolgens bezoeken zij die kerk op vakantie in Frankrijk zodat ze het raam van dichtbij kunnen bestuderen en fotograferen. Ik dacht het mezelf makkelijk te maken door een portret te kiezen uit de Goudse Glazen, slechts een half uurtje rijden van mijn huis in Rotterdam. Maar dat was niet de enige reden: ik ben in Gouda opgegroeid, en hoewel ik niet gelovig ben opgegroeid, speelde de kerk een rol in mijn jeugd. Als een jonge tiener was ik betrokken bij de productie van een lokale documentaire, die gedeeltelijk in kerk gefilmd werd. Tijdens de opnames werden ook de Goudse Glazen beschreven. Ik raakte er toen al door gefascineerd. Toen ik een stuk ouder was, hing ik graag rond met mijn vrienden in het parkje achter de kerk en genoot ik van de Gothische sfeer die de kerk ‘s nachts uitstraalde. De ramen waren één van de redenen dat ik besloot om me met glas-in-lood bezig te gaan houden. Ik kon dus niet anders dan één van de portretten van de gebroeders Crabeth te kiezen.
Het verhaal achter het potret
Mijn oog viel op het gezicht van Judith in raam 6. Ik voelde me tot haar aangetrokken omdat ze een dappere vrouw was uit het oude testament en niet te heilig. Ze wordt afgebeeld met een zwaard in de hand, terwijl ze het hoofd van haar vijand Holofernes bekijkt, dat ze zojuist heeft afgehakt. Haar sluwe daad redde haar stad van een lange belegering en er was blijkbaar een vrouw nodig om het probleem op te lossen. Het hoofd van Judith is onderdeel van een groot raam, waarop de belegering van Bethulia is afgebeeld. Het heeft veel details: je kunt de tenten van het vijandelijk leger zien, met de lansen speren van de soldaten en de stad op de achtergrond. Typisch voor deze ramen is de indeling met de sponsors van het glas onderin: Jan van Ligne en Margaretha van der Mark, devoot knielend, met de heilige Catharina en Johannes de Doper erachter. Het raam komt uit 1571, is gebrandgeschilderd in renaissance-stijl door Dirck Crabeth, die samen met zijn broer Wouter, verantwoordelijk is voor de meeste ramen in de kerk. De geschiedenis van de ramen en de restauratie ervan is goed gedocumenteerd, wat vrij uniek is, maar daarover zal ik later schrijven.
Starten met tekenen
De traditionele manier om te beginnen met een gebrandschilderd glas-in-loodraam is door een tekening, een carton, te maken. Dit raam bestaat natuurlijk al, maar ik begon alsnog met een tekening. Natuurlijk maakte ik ook foto’s. Ik maakte belachelijk veel foto’s. Ook van het glas om Judith heen. Daarvoor gebruikte ik mijn Nikon, die ingesteld stond op RAW. Misschien een beetje overdreven, maar ik maakte foto’s met verschillende lichtinstellingen, zodat ik het glas en het lood goed op beeld had. Dankzij de RAW foto’s kon ik nog ver inzoomen op mijn computer en het licht aanpassen, zodat veel details zichtbaar werden. Omdat het raam vrij hoog zit, zijn mijn foto’s in perspectief. In photoshop heb ik de afbeelding rechtgetrokken en een uitsnede gemaakt. Die uitsnede heb ik uitgeprint op ongeveer 70×70 cm. Deze print heb ik gebruikt als referentie voor de tekening.
Leer je onderwerp kennen in elk detail
Ik moet bekennen dat ik de grove lijnen op de foto heb overgetrokken op mijn lichttafel. Zo klopten in elk geval de verhoudingen. Ik kon alleen maar de allerdonkerste lijnen zien, dus ik heb niet te veel vals gespeeld! Daarna heb ik ieder stukje glas nagetekend met een HB grafiet potlood. De afgedrukte foto en de foto’s op de computer gebruikte ik daarbij als referentie. Op een gegeven moment had ik een copy gekregen van het originele carton van Crabeth. Dat was ook een fantastische referentie. Ik heb vele vele vele, ja vele avonden op mijn eettafel zitten tekenen. Ik probeerde de kleinste details en schaduwen na te tekenen, zo goed als ik kon.
Neem beslissingen over je loodlijnen
Tijdens het natekenen kwam ik tot de ontdekking dat die geweldige schilders uit de 16e eeuw gelukkig ook fouten maakten: er zit een vlek zilvernitraat op het zwaard, waarschijnlijk tijdens een brand in de oven gebeurd. Ook waren niet alle lijnen zo superrecht. Dit gaf me een geruststellend gevoel. Maar ik moet ook een beslissing maken over het kopieëren van deze foutjes in mijn reproductie. Daarnaast is het raam al eeuwen oud, en heeft al heel wat meegemaakt. Sommige stukken zijn gebroken, andere compleet vervangen. Er zit ook een windijzer dat over Judiths kin loopt. Deze staaf heb ik bij geen van de omringende panelen gezien, dus ik neem aan dat het later is toegevoegd. Zo kwam ik bij de vraag: maak ik het raam na, zoals het nu is, of zoals het ooit is geweest. (Als ik daar überhaupt achter kan komen)
Tot nog toe heb ik besloten om de loodlijnen die overduidelijk van reparaties komen, of wanneer ze de esthetiek van het raam verstoren, weg te laten. Ik ben nog in overleg met mijn docente welke tekenen van slijtage ik zal overnemen. Waarschijnlijk geef ik het raam een beetje een ‘oud’ gevoel, omdat als ik het super strak en nieuw laat lijken, het raam erg steriel en kitsch over zal komen. Omdat ik de kin niet erg goed kon zien, moest ik een beetje improviseren door de lijnen en de schaduwen die ik wel kon zien te volgen. Judith’s kin werd best groot en ik was er niet compleet tevreden over, maar het lijkt wel duidelijk afgeleid van de context.
En als je denkt dat je klaar bent met schetsen…
Nadat ik klaar was met tekenen, voelde ik me superblij en trots dat ik het voor elkaar had gekregen. Ik vond dat de tekening er goed uit zag en ik had nog nooit zo’n grote, gedetailleerde tekening gemaakt als deze. Alleen toen zei mijn docente dat er niet genoeg contrast zat in de schaduwen en dat ik er nog een laag schaduw overheen moest zetten. Zucht…Gelukkig ging dat een stuk sneller met behulp van een zachter 3b grafietpotlood. Toen liet ik de tekening weer zien en iedereen was te tevreden. Ik liet de schets twee maal kopiëren, en lijstte het origineel in. Klaar is Kees! Alleen daarna kreeg ik wat commentaar dat de kin nog te mannelijk was…
Comments